boy sitting at a table looking at notes describing performance anxiety

Dit blog gaat over faalangst. Wat is het? Welke soorten zijn er? Welke rol kan de school spelen? Maar vooral: wat kun je als ouder doen om je kind te helpen bij het voorkomen of verminderen van faalangst?

Wat is het?
Als je kind last heeft van faalangst, is hij bang om fouten te maken of heeft hij de angst dat iets niet lukt. Faalangst heeft altijd te maken met een bepaalde taak die je kind uitvoert. Denk aan het maken van een toets, het houden van een spreekbeurt of het moment waarop je kind iets voor moet doen tijdens de zwemles. In die situatie ervaart hij letterlijk angst om te falen. Faalangst is dus taakgebonden en situatiegebonden.

Positieve en negatieve faalangst
In de praktijk gebruiken we het woord faalangst als het gaat om negatieve faalangst. Je kind klapt dicht door de spanning en kan daardoor niet laten zien wat hij kan of geleerd heeft. Maar wist je dat faalangst ook positief kan zijn? In dat geval zorgt een gezonde spanning ervoor dat je kind zich goed kan concentreren tijdens een toets en het beste uit zichzelf haalt.

Welke soorten zijn er?
Er zijn 3 soorten faalangst:

  • cognitieve faalangst
    Deze soort is gekoppeld aan het denken. Je kind moet een toets maken en is bang dat hij niet meer weet wat hij geleerd heeft.
  • sociale faalangst
    Is je kind bang om te vragen of hij mee mag doen tijdens het buitenspelen? Of durft hij niets te vertellen in de kring uit angst dat iedereen naar hem kijkt? Dan is er sprake van sociale faalangst. Deze soort is dus gekoppeld aan sociale situaties.
  • motorische faalangst
    Deze soort is gekoppeld aan bewegen. Je kind moet iets voordoen bij de zwemles of moet een penalty nemen bij de voetbal en is bang dat het mislukt.

Hoe merk je dat je kind faalangst heeft?
Faalangst kan zich op verschillende manieren manifesteren. Een belangrijk kenmerk is dat je kind de situatie het liefste wil vermijden. Hij wil niet naar school, doet alles om onder die penalty uit te komen of kijkt van een afstandje naar de spelende kinderen op het plein. Ook het lichaam en het gedrag van je kind kunnen signalen laten zien. Je kind kan hoofd- of buikpijn hebben, gaan zweten of trillen, misselijk worden of gaan blozen. Hij is boos of verdrietig, trekt zich terug of laat juist extra druk gedrag zien. Kortom: je ziet ander gedrag dan je van je kind gewend bent.

Wat kun je als ouder doen?
Je kunt als ouder niet altijd voorkomen dat je kind faalangst ontwikkelt. Toch zijn er een paar belangrijke dingen die je wél kunt doen en die zeker helpen!

  1. Geef je kind complimenten op het proces, niet op het resultaat.
    Waarschijnlijk geef je je kind een compliment voor een mooi cijfer of een prachtige tekening. Dit doe je met de beste bedoelingen. Maar je geeft daarmee onbedoeld de boodschap mee dat het eindresultaat van een prestatie telt. En dat maakt het lastig voor je kind. Want stel dat hij de volgende keer geen 8 haalt? Of dat de volgende tekening mislukt? … Voel je de stress bij je kind al oplopen?
    Je kunt je kind dus beter belonen als hij geconcentreerd aan het werk is. Of als je ziet dat hij doorzet of andere oplossingen zoekt op een moment dat iets moeilijk is. Als hij hard oefent op het nemen van penalty’s. Het resultaat laat je daarbij volledig buiten beschouwing.
    Op deze manier geef je je kind mee dat proberen, oefenen en doorzetten waardevolle eigenschappen zijn. Je kind zal uitdagingen durven aan te gaan, nieuwe dingen durven proberen en hij ervaart dat je niet overal goed in hoeft te zijn, dat het genoeg is als hij zijn best doet. Door deze houding stimuleer je de ontwikkeling en het zelfvertrouwen van je kind.
  2. Leef voor dat fouten nodig zijn om verder te komen.
    Leg jij voor jezelf de lat hoog? Of ben je erg prestatiegericht? Grote kans dat je dat (soms onbewust) meegeeft aan je kind. Meer nog dan wat je zegt is wat je voorleeft een voorbeeld voor je kind. Durf dus fouten te maken. Lach daar samen met je kind om. Haal er je schouders over op. Zo laat je je kind voelen en merken dat het normaal is om fouten te maken. Sterker nog, dat het een voorwaarde is om verder te komen en je te ontwikkelen.
  3. Leer je kind om in zijn buik te ademen bij spanning.
    Bij stress zal je kind automatisch hoog en snel gaan ademen. De lucht komt dan alleen in de longen. Bloeddruk, hartslag en cortisol (het stresshormoon) gaan daardoor omhoog en de stress neemt verder toe. Door rustig en diep te gaan ademen, waarbij de buik meebeweegt met de ademhaling, dalen de hartslag en bloeddruk weer en kan je kind beter nadenken. Op internet vind je verschillende filmpjes over de buikademhaling.
  4. Lees met je kind een boek over faalangst.
    Een fijn boekje is Ik en faalangstvan Nathalie van Kordelaar. In dit boek staan verschillende oefeningen en tips die kinderen helpen om rustiger te worden, zodat ze kunnen laten zien wat ze kunnen. 

Wat kan de school doen?
Je kind brengt een groot deel van de dag door op school. Er worden toetsen en spreekbeurten afgenomen, er wordt gegymd, er wordt buiten gespeeld. Er zijn dus veel momenten waarop faalangst zich kan laten zien. Heeft jouw kind last van faalangst? Neem even contact op met de leerkracht. Hij of zij kan je kind dan extra in de gaten houden. De school van je kind kan zelf ook veel doen om faalangst bij leerlingen te verminderen of voorkomen. Een paar tips:

  1. Investeer in een fijne sfeer in de groepen. 
    Dat kost de eerste weken tijd en energie, maar betaalt zich in de loop van het jaar ruimschoots terug. Als leerlingen zich veilig voelen bij hun leerkracht en bij hun klasgenoten, als ze ervaren dat hun talenten en sterke kanten ertoe doen, dán pas kunnen ze het maximale uit zichzelf halen.
  2. Zorg dagelijks voor 5 minuten ‘lekker-in-je-vel-tijd’.
    Plan een vast moment op de dag en zorg dat dit altijd doorgaat! Er zijn veel materialen beschikbaar die je kunt inzetten om hier vorm aan te geven. Dit hoeft niet veel te kosten, maar is zo waardevol voor de leerlingen. Neem eens een kijkje in de orthotheek of wissel ideeën uit met je collega’s. Natuurlijk mag je ook altijd even contact met me opnemen voor tips of werkvormen.
  3. Focus op het proces i.p.v. op het resultaat.
    Heeft een leerling hard of geconcentreerd gewerkt? Heeft hij doorzettingsvermogen laten zien? Is er groei t.o.v. een vorige toets? Dát zijn de dingen die besproken en beloond mogen worden.
  4. Schrijf onder een toets het aantal goede antwoorden i.p.v. het aantal foute.
    Een open deur waarschijnlijk. Maar met hetzelfde resultaat voelt dit toch heel anders voor je leerlingen.

Tot slot
Allereerst… in dit blog gebruik ik bijna overal het woord hij. Dit heb ik gedaan om de leesbaarheid van de tekst te vergroten. Vervang dit woord in gedachten gerust door zij als dit op jullie situatie van toepassing is! 

Ik hoop je met dit blog voldoende uitleg, handvaten en tips te hebben gegeven om je kind te helpen. Hoe fijn is het als je kind weer ontspannen een Cito-toets maakt, redelijk vrij een spreekbeurt houdt en nieuwe dingen durft te proberen zonder bang te zijn voor een mislukking?!

Misschien heb je naar aanleiding van dit blog een vraag. Of misschien zou je het fijn vinden als je kind wat extra ondersteuning krijgt om van zijn faalangst af te komen. Op https://www.dezevensprong.eu/werkwijze/ lees je meer over hoe een coachtraject werkt. Stuur gerust even vrijblijvend een mail naar info@dezevensprong.eu. Bellen mag natuurlijk ook. Ik denk graag met je mee!